Gigabike sprak met Geert Criel, Ward Debruyne en Cyrille Pluijmen - de huidige top drie in het klassement

Na wat interviews met winnaars van ‘losse wedstrijden’, werd het hoog tijd voor een interview met de echte Gigatoppers – de mannen (tja, het zijn dit jaar toch vooral mannen) die bovenaan de stand te vinden zijn. Serieuze jongens, maar als je ze eenmaal aan tafel hebt, duiken ze meteen de diepte in … leest u mee.

Geert Criel, gefeliciteerd met je huidige positie! Hoe ben je zo ver gekomen? Welke keuzes hebben het verschil gemaakt?

Geert: ‘Dank u wel. Ik heb vooral veel geleerd van mijn fouten en verkeerde inschattingen uit de voorgaande edities. Heb vooreerst de parcours van de diverse rittenwedstrijden grondig bekeken, wie er zoal in aanmerking kwam om een mooi klassement te rijden en dan ook al in vorm zou zijn. In tegenstelling tot vorige jaren, heb ik mij minder op de voorjaarsklassiekers toegelegd. Met een beperkter aantal klassieke renners (vaste waarden) kun je toch ook al veel punten verzamelen. Verder was Parijs-Nice meteen ook voor mij een voltreffer. Mijn Gigabike-selectie was tijdens de eerste drie periodes zowat evenredig verdeeld over de te rijden wedstrijden, zodat er overal gescoord kon worden. De definitieve doorbraak is er nu gekomen met die 2e plaats in de eindranking van de Giro.’

En jullie dan, Ward Debruyne en Cyrille Pluijmen, hoe komen jullie daar boven?

Ward: ‘Voorlopig heb ik nog niet echt één renner uit mijn ploeg waarvan ik zeg, die hebben mij vooruit gestuwd. Natuurlijk was Contador voor het Baskenland een gouden zet. Verder ook een schitterende Nocentini gezien tijdens de eerste periode. Ook Evans zijn regelmaat natuurlijk niet over het hoofd zien. Maar verder lijkt mij vooral veel in de breedte gepresteerd. Er is nog niet echt een wedstrijd met een winnaar geweest waarvan ik zei "dju, deze moest in mijn ploeg gestaan hebben", behalve die dekselse Valverde in de Dauphiné.’

Cyrille. ‘Ik denk dat de keuze voor Davide Rebellin in mijn startploeg een grote stap in de goede richting is geweest. Hij nam een flinke hap uit mijn budget, maar hij was al aardig wat jaren op zoek naar een zege in de koers naar de zon. Eens zou het moeten lukken. Daarbij is Rebellin een zekerheidje in een pak andere wedstrijden. Verder denk ik dat Kreuziger, Monfort en Zubeldia keuzes zijn waarmee een verschil wordt gemaakt.’

Geert, je staat er wel heel goed voor, maar ik ken er nog meer die halfweg het seizoen een ruime voorsprong hadden en toch niet wonnen ...(interviewer verslikt zich in z’n koffie).

Ward neemt het over: ‘Geert, wie zie jij als de gevaarlijkste tegenstanders en waarom?’

Geert: ‘Inderdaad het seizoen is nog heel lang. We zullen meer weten nà de TDF en OS. Vertoef ik dan nog in de bovenste regionen, dan heb ik er wel vertrouwen in om ergens tussen de toppers te kunnen eindigen.
Ik zie een mooie remonte van de runner-up van vorig jaar. Pieter Bonte is heel goed bezig en met zijn ervaring van vorig jaar zie ik hem hoog eindigen. Verder zullen Cyrille Pluijmen en Ward Debruyne ook in de top van de rangschikking blijven. Ik heb ook nog zo’n voorgevoel dat Philip Van der Ploeg in de buurt van het podium zal eindigen. Eerlijk gezegd, de laatste weken heb ik echte gigabike-stress mogen ervaren. Met zo’n rugnummer 1 rondlopen, is niet alles. Misschien alleen Mark Vanderwegen is het al wat gewoon om met die druk om te gaan, maar voor mij wat het totaal nieuw. Ik had vroeger wel al eens stiekem gedroomd om met dat mooie leiderstruitje te mogen rondrijden.’

Ward vult zelf aan: ‘Ik zie vooral bij Pieter Bonte, Gerrit van den Akker en Filip Mas heel mooie ploegen, die vooral in de breedte kunnen presteren in de toekomst, Voor sommige anderen in de top 20 blijkt hun piek al wat achter de rug te liggen na de Giro. Of denk jij er anders over, Cyrille?

Cyrille: Ik denk ook dat Gerrit van den Akker een gevaarlijke kandidaat wordt, hij toont zich niet voor het eerst in de top van een wielerspel. Daarbij is hij de enige in de top die het zich kon veroorloven Rebellin (het zou mooi zijn als hij op zijn 37ste een beslissende rol speelt door bijv. olympisch kampioen te worden) te houden en met McEwen heeft hij ook een bovenin weinig gekozen man. Ik denk daarbij dat er nog heel wat volk uit het achterveld over huidige top 10 spelers zal heen komen. Ik ben zelf ook nog niet zeker van een topklassering. Mijn startteam was te veel korte termijn gericht. Ik heb dat in eerste twee transferperiodes proberen te corrigeren, maar je kunt je daarbij weinig fouten veroorloven. In tweede transferperiode heb ik me teveel door de Giro laten leiden. Nu sta ik er in de breedte voor periode 4 en 5 te zwak voor om nog voor de zege mee te doen. Ik zou op dit moment tekenen voor hetzelfde eindresultaat als vorig jaar. Met de Tour, OS, Vuelta en het WK voor de boeg moet het spel eigenlijk nog gespeeld worden.  Geert heeft naast zijn ruime voorsprong ook al aardig wat van de te verwachten namen voor de komende maanden in zijn team. Hoe doe je dat, Geert, wie ben je eigenlijk? Je stond altijd ergens tussen plek 100 en plek 125 in de eindstand (liefst vier maal achtereen).

Geert: ‘Inderdaad ik viel op door mijn regelmaat, maar dan enkel voor diegenen die de ranking grondig observeerden. Ik vind dat het elk jaar moeilijker en moeilijker om je te handhaven, laat staan om op te schuiven in het totaalklassement. De gigabikers worden steeds straffer en hebben een uiterst grondige wielerkennis (zie maar het quiz-gedeelte van de Gigafinish).’

De interviewer leeft ineens weer op. ‘Jongens, vertellen julie eens over jullie winter. Op hoogtestage geweest?’

Geert: ‘Zoals reeds eerder gezegd, heb ik het dit jaar wat anders aangepakt. Om het in wielertermen uit te drukken: “Ik heb een goeie winter gehad, mijn voorbereiding is uitstekend verlopen, met als gevolg de voorlopige koppositie”. Inderdaad, ik ben op hoogtestage geweest, maar dan geregeld op de eerste verdieping van mijn huis, namelijk in mijn bureau, om aldaar het toekomstige wielerseizoen te bekijken en tactisch voor te bereiden. Mijn vriendin heeft me tijdens de wintermaanden geregeld moeten missen in de woonkamer. Een goede voorbereiding vereist afzondering, rust en studiewerk. Nu kan ik haar eindelijk aantonen dat die opoffering resultaten heeft opgeleverd. Hoe was jouw winter, Ward? Hoe maak jij de sprong van subtop naar top?’

Ward: ‘Dat is moeilijk te beschrijven. Een intensieve wintervoorbereiding geeft natuurlijk altijd wat voordelen. En het is overal beter om eerst wat ervaring op te doen, nu weet ik al een deel waar ik punten mag laten liggen en waar ik ze (makkelijker) kan rapen. Maar als dit jaar een topjaar wordt is een andere vraag. Twee jaar geleden stond ik vanaf Romandië nog een plaats hoger als dit jaar en moest ik pas tijdens de NK de leiderstrui afstaan, ik hoop dat het dit jaar de omgekeerde richting uitgaat. Verschil met twee jaar terug is dat mijn piek nu toch wat later gepland is.’

Goed, nu het echte interview-werk. Een stukje human interest. Wie is Geert Criel buiten Gigabike?

Geert: ‘Ik ben 39 jaar, geboren te Gent, woon samen met mijn vriendin Vanessa te Ertvelde. Op dit ogenblik werk ik voor een accountancykantoor in Zelzate. Mijn opleiding tot graduaat accountancy-fiscaliteit volgde ik aan de Hogeschool Gent. Daarnaast ben ik nog adviseur successie- en vermogensplanning. Tot voor enkele jaren, was ik redelijk sportief. De laatste tijd héél wat minder en beperkt mijn sportieve activiteiten zich hoofdzakelijk tot het passieve gedeelte ervan wegens tijdsgebrek. Tot zover ik mij eigenlijk nog kan herinneren, heeft het wielrennen mij altijd zeer sterk geboeid. Vele uren bracht ik door voor de buis om de wielerhelden te aanschouwen en daarna met mijn eigen “coureurkes” de wedstrijden na te bootsen. De renners uit de jaren zeventig maakten toen deel uit van “mijn eigen peloton” (De Muynck, Planckaert, De Vlaeminck, Merckx, Raas, Knetemann, Kuiper, Maertens, Moser, Van Impe, …). Deze wielergoden liggen nog steeds veilig opgeborgen op de zolder bij mijn moeder.

Tijdens mijn jeugdjaren voetbalde ik in competitieverband en speelde tennis. Het meeste van mijn vrije tijd ging naar het voetbal. Ik kon toen op interesse rekenen van naburige ploegen die in hogere reeksen actief waren. Aan dit alles is nooit een verlengstuk kunnen komen, omdat ik op mijn 17e een ernstige voetblessure heb opgelopen. In feite was mijn voetbalverhaal toen al afgelopen. Ik probeerde nog wel een paar keer terug te komen, maar mijn vroegere niveau heb ik nooit meer kunnen bereiken. Naast mijn voetbal- en tennisactiviteiten, bleef ik toch steeds een sterke interesse behouden voor het wielrennen. Alle klassiekers en grote rondes volgende ik op de voet. Met het wegvallen van de voetbal, is de wielermicrobe zich steeds verder in mijn lichaam gaan ontwikkelen. Af en toe kruip ik zelf ook eens op de mountainbike om een tochtje af te leggen. Mijn geliefkoosde streek daarvoor situeert zich rond Oudenaarde en in de polders vlak in mijn buurt, net over de Nederlandse grens.’

Ward: ‘Je praat wel erg veel Geert, mag ik ook nog even? Het kan ook in 2 zinnen: Ik, Ward, ben laatstejaarsstudent Master/Ingenieur Elektronica-ICT aan het KHBO is Ooostende. Hopelijk binnen een week (nvdr: inmiddels nu) student af, en dan beginnen werken als ontwerpingenieur te MOL/VDK.’

De interviewer neemt het heft weer in handen met een vragenrondje, thema ‘klieken’. Eerst maar de beste kliek, de leider in de kliekranking, de 2recyclisti. Hugo van Doorselare was al leider, Patrick Sackx staat in de top 20, kapitein Hendrik de Staercke gaat mee in het eerste peloton ... en kopman Peter Samoy zorgt voor het nodige verbale geweld. En Cyrille?

Cyrille: ‘Je vergeet nog Bart Delemarre , die is na Zwitserland ook nog flink naar voren geschoven’ Mijn rol in de kliek? Onze kapitein laat me weten dat “hij me heeft binnengehaald heb om de kliek niet alleen in de breedte maar ook aan de top te versterken”.’

Ward: ‘Moet ik iets over de Musketiers vertellen? We hebben een goede kliekkapitein die ons wat statistieken over onze ploegen bezorgd en wisselen de basisploegen, transfers en tips uit. Dit jaar was onze kliek wat slecht uit de startblokken geschoten, maar we lijken ons allemaal een stuk te herpakken. Zeker nu ook Pieter de top 5 is binnen gedoken.’ 

Geert: ‘Nu ik dan zeker? Ik ben eigenlijk bij de “Tennisbabefreaks” gekomen via mijn 1e verschijning op een Gigafinish. In Wevelgem ben ik toen aan de praat geraakt met onze huidige ploegleider Johan Dierickx. Het jaar daarop zag ik dat er nog een plaatsje vrij was in zijn kliek. Ik heb toen onmiddellijk mijn kandidatuur gesteld om de beschikbare plaats in te nemen. Gelukkig heeft Johan mij toegelaten tot zijn select gezelschap, waarvoor ik hem zeer dankbaar ben.’

In koor: ‘Maar wie is dan je favoriete tennisbabe?’

Dat is en blijft nog steeds Chris Evert. Ze mag nog altijd gezien worden op haar 54e levensjaar. Chris won in haar loopbaan 157 titels, waaronder 18 grandslamtoernooien. Ze stond in totaal 260 weken op nummer 1. In 1989 stopte ze met tennissen. In Gigabike sta ik op dit ogenblik bijna 3 weken op nummer 1 en heb dus nog een zéér lange weg te bewandelen om ietwat uit haar schaduw te treden.

De twintigers aan tafel zijn even helemaal van slag. Dan maar weer terug naar een vertrouwd onderwerp, wielerspellen. Is Gigabike anders dan andere spellen?

Cyrille: ‘Ik denk dat Gigabike heel anders is dan andere spellen. De kracht van het spel zijn het systeem van transfers en budget en het feit dat het spel het hele wielerjaar doorgaat. Veel andere spellen leggen weinig of geen beperkingen op bij het selecteren van renners en gaan dan vaak ook alleen over een wedstrijd. Bij Gigabike komt veel meer het principe van lange termijn kijken, volgens mij moet je dit spel dan ook naast andere wielerspellen zien en spelen. En er niet mee vergelijken.’

Nu we hier met kenners om de tafel zitten, moeten we het ook even over de koers hebben. Hoe verloopt de Tour 2008, wie gaat er winnen?

Geert: ‘Ik vind het zeer jammer dat Astana is uitgesloten van deelname. Eén van de beste ploegen, zoniet de beste formatie, is genoodzaakt om aan de kant te blijven. In feite vind ik dit een beetje koersvervalsing. De huidige renners van dit profteam moeten toch niet boeten en opdraaien voor de zonden van hun voorgangers? Enfin, het is nu zo en dat maakt de Tour natuurlijk wat meer opener en oncontroleerbaarder. Voor mij is Evans de superfavoriet. Menchov is mijn outsider indien Cadel ergens een steek zou laten vallen. Valverde zou het podium kunnen vervolledigen.’

Cyrille: ‘Ik verwacht een meer open Tour dan de afgelopen jaren, maar veel zal ook afhangen van wie de leiderstrui gaat nemen. Er zijn een aantal ploegen (Caisse, CSC) die de koers in handen kunnen nemen. Voor de eindzege houd ik het op Cadel Evans. Hij is de meest complete renner van de te verwachten starters.’

Ward: ‘Er lijkt mij juist een saaie tour op komst, veel gesloten ritten onder de favorieten. Maar op het eind zullen we weer de gekende namen naar voor komen met voorkeur naar Evans. Zoals het nu lijkt zal onze Belgische ster ook wel top 10, als het echt goed gaat top 5 kunnen eindigen.’

Tot slot: wie wint Gigabike 2008? 1 naam:

Geert: ‘Cyrille Pluijmen!’
Cyrille: ‘Huh? Natuurlijk niet, ik dacht eerder aan Geert Criel!’
Ward: ‘Ik kies voor iemand die niet aan tafel zit: Pieter Bonte. Tenzij Wegmann olympisch kampioen zou worden ... ‘

Succes allen! Rare slotwoorden trouwens over Wegmann, wil er iemand anders afsluiten? Geert wellicht?

Geert: ‘Dank u en nog veel succes tijdens het huidige seizoen. Tot ziens op de Gigafinish in Aarschot!’


Interview : Marco Vroege

 


Laatst gewijzigd op 25/06/2008 - Opmerkingen en suggesties kan je mailen naar gigabike@advalvas.be
Gigabike, jaargang 9 - Copyright: Peter Samoy & Mark Vanderwegen